Gedichten en spreuken

Oorsprong van gedichten

Gedichten en spreuken
Oorsprong spreuken
Oorsprong van gedichten
Gedichten geluk
Gedichten liefde
Gedichten vriendschap
Gedichten kinderen
Gedichten ik mis je
Gedichten vertrouwen
Gedichten verdriet
Fotogedichten
Spreuken deel 1
Spreuken deel 2
Spreuken deel 3
Globes
Plaatjes
Lovesongs
Songteksten
Websites van bekenden
Gekregen awards
Gekregen wensen van lieve mensen,

esmall.jpg

0053.jpg

 

Onstaan en populariteit van het historische gedicht

Vaderlandse verzen zijn gedichten over historische gebeurtenissen, feiten en kwesties van nationaal belang. In het verleden werden ze vaak op bestaande melodieën gezongen. We noemen deze gedichten beurtelings vaderlandse verzen en historische gedichten en we vinden ze ook onder de volksliederen. Opvallend genoeg is het genre nooit van het repertoire verdwenen: tot op de dag van vandaag wordt het door dichters beoefend.

In Nederland is het genre niet, zoals elders, voortgekomen uit de kronieken op rijm waarin tal van historische feiten in een verhalend verband werden geplaatst en van generatie op generatie overgeleverd. Onze poëtische traditie vertoont nogal wat gaten. Maar vanaf de zestiende eeuw ontstaan er gedichten die persoonlijk van toon zijn en gebaseerd op politieke of godsdienstige overtuigingen.

Het historische gedicht behandelt zo de gebeurtenissen van landelijk belang; ze houden zich niet bezig met een vastrakende ritssluiting of een aanval van koppijn, tenzij rits en kop toebehoren aan een Held of Bekende Nederlander en de natie in gevaar brachten of juist konden redden. Het genre beleefde een bloeitijd in de zestiende en zeventiende eeuw en verdween daarna naar de achtergrond. Tijdens de Romantiek in de negentiende eeuw leefde het weer op. Het was bovendien een steun en toeverlaat voor velen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de Verzetspoëzie herinnerde aan de opstand tegen Spanje ten tijde van Willem van Oranje.

Ook tegenwoordig, nu de politieke tijden steevast als verwarrend en bedreigend worden beschreven, is het een genre dat beoefend wordt en driftig commentaar uitlokt. Denk bijvoorbeeld aan de Gedichten des Vaderlands die Dichter des Vaderlands Gerrit Komrij schreef over Srebenica en de dood van Prins Claus of Pim Fortuyn. Doden, die net als in de Gouden Eeuw een lawine van gedichten voortbrachten van uiteenlopende dichters, nu bijvoorbeeld van Elly de Waard en Bart Chabot.

Drie soorten vaderlandse verzen

Eigenlijk zijn er twee soorten historische gedichten en we kunnen er in een gulle bui ook drie van maken. Ten eerste bestaan er gedichten die terugkijken op een historische gebeurtenis, vaak van eeuwen daarvoor en al dan niet opgesierd met gefantaseerde details. De historische roman op rijm. De kostuumfilm als lierzang. Zo publiceerde A.C.W. Staring (1767-1840) in 1827 bijvoorbeeld 26 strofen over ‘Arnhem verrast; den 21sten maart 1514’. In de eerste twee regels wordt een beslissend Paard van Troje-moment uit de strijd van Karel van Gelder herdacht:

De molenkar kwam Arnhem in,
Doch bragt er thans geen graan

Ook zijn er gedichten over actuele gebeurtenissen, getuigenissen kortom, die door het verder hollen van de tijd inmiddels tot de historie zijn gaan behoren, verouderd als een krant, maar wel een bron waaruit de opvattingen van het tijdperk en de emoties van het moment opborrelen. Zo is er het befaamde gedicht van Willem Elsschot over de veroordeling van Marinus van der Lubbe na de brand van de Rijksdag in Berlijn (1933):

Lang heeft men geprakkezeerd
wat een mensch het meest onteert,
hangen, branden, vierendeelen
of gewoon als varken kelen.

En Elsschot roept hem op Holland te laten

stikken in zijn centen,
in zijn kaas en in zijn krenten,
in zijn helden, als daar zijn:
Tromp, De Ruyter en Piet Hein.

Helden, die menig vaderlandse liederenschrijver tot nachtwerk hebben aangezet en naar wie meer straten zijn vernoemd dan naar Van der Lubbe. Dit type historische gedicht is altijd gelegenheidspoëzie en kan over veldslagen, vredesverdragen, overstromingen, onthoofdingen, schandalig gedrag en stakingen gaan, alles waarvan dag na dag de televisiejournaals bol staan.

Het derde type historische gedicht is het quasi-historische gedicht, zoals het ‘Grafschrift op een Leidse held’ dat door De Schoolmeester werd geschreven als een knittelvers:

Wy waren drie broêrs; doch daar ik gesneuveld ben in 't beleg van Leien,
Zoo zijn we nu nog maar met ons beien.

Maar dit laatste type is zo zeldzaam als een goede grap. Het gros van de historische gedichten is ofwel een gedicht van de herinnering, ofwel verbonden aan de actualiteit. Beide soorten zijn het werk van dichterlijke columnisten, die hun mening geven over een gebeurtenis van nu of van vroeger. Vaak heeft het historische gedicht de vorm van een ballade, voor een veldslag is het distichon van De Schoolmeester natuurlijk te krap bemeten. De ballade is een epische vorm en die is in de loop der eeuwen in het verdomhoekje geplaatst ten faveure van het lyrische, het poëtische gedicht.

Het historische gedicht in de 16de en 17de eeuw

Aan de basis van het historische gedicht in Nederland ligt het martelaarsgedicht, waarvan het oudste stamt uit 1523 toen twee Lutheranen in Brussel op de brandstapel eindigden. Luther zelf schreef er een gedicht over, dat uit het Duits werd vertaald en sedertdien vaste prik was in bundels met martelaarsliederen. Die werden ten tijde van de Hervorming en tot ver in de zeventiende eeuw gedrukt en verspreid.

Naast de religie speelde ook de politiek een rol in die gedichten toen Nederland in opstand kwam tegen de Spaanse koning. Het verzet van de edellieden in 1566 werd vernoemd naar bedelmonniken (des gueux), vandaar dat hun symbolen, de bedelmap en de bedeltas, werden afgebeeld op de titelpagina van de bundels met geuzenliederen. De geuzenliederen zijn in allerlei vormen en in vele drukken van hand tot hand gegaan en behandelden alle aspecten van de strijd tegen Spanje. Alle vormen werden benut, van gebed tot scheldgedicht en van verslag tot heldenepos. Het beroemdste uit het Geuzenliedboek is het Wilhelmus, dat veel later tot nationaal volkslied werd gedoopt. Oorspronkelijk werden de liederen gezongen en zo makkelijk onthouden. Nu worden ze niet meer gezongen en kan alleen een oud-vertzetsheld nog meer dan twee regels van het Wilhelmus foutloos reciteren. Ten tijde van de geuzenliederen was het publiek grotendeels analfabeet, maar niet per se onmuzikaal. De liederen over de gebeurtenissen van die tijd, in andere steden en gewesten, deden ook dienst als nieuwsblad en werden in latere edities geïllustreerd.

In 1626 stonden deze gebeurtenissen al zo ver af van de dagelijkse belevingswereld, dat de historische gedichten van toelichtingen werden voorzien. In de Nederlandtsche Gedenck-clanck van Adriaen Valerius vertellen die samen een geschiedenisverhaal. Maar Valerius, die het gros van de gedichten van die bundel schreef, stelde zich niet op als iemand die terugkeek op de roerige zestiende eeuw, maar als een tijdgenoot, een ooggetuige. Zijn gedichten waren quasi-actueel, alsof hij op het slagveld stond of binnen de muren van Leiden het beleg doormaakte. Zijn boek werd luxueus uitgevoerd, geïllustreerd en in groot formaat geproduceerd voor een jong en vermogend publiek. De bedoeling was te tonen hoe wreed de Spaanse gesel was geweest en hoe heldhaftig Nederland de strijd voerde.

Over bloemlezingen van vaderlandse verzen

Toen in de negentiende eeuw de liefde voor het vaderland tot in de hemel groeide, verscheen een bloemlezing van de oudere historische gedichten met in totaal meer dan 800 pagina's in twee delen. Naast deze bundels zijn er talloze andere bronnen van historische gedichten: bundels, vouwbladen, pamfletten, geschreven door rederijkers of dichtervorsten, van vergeten dichters tot Vondel aan toe, die de wandelstok van Oldenbarneveldt in een gedicht vereeuwigde op zo'n overtuigende manier dat er inmiddels drie stokjes van de staatsman in musea worden gekoesterd. Ook nu leeft het genre voort, zoals we zagen. Een van de laatste bundels van P.C. Hooftprijswinnaar H.H. ter Balkt bijvoorbeeld, heet Laaglandse hymnen (2003) en geeft in dichtvorm een overzicht van de Nederlandse geschiedenis van de steentijd tot de eeuwwende. De recente bloemlezing uit 2004, Het historische gedicht, is met bijna 200 pagina's een bescheiden en eigentijdse bijdrage aan het genre.       

Bloemlezingen (selectie)

Nederlandsche geschiedzangen, naar tijdsorde gerangschikt en toegelicht. [Samenstelling: Joh. van Vloten]. Amsterdam: Muller, 1852.
Onze historische volksliederen van vóór de godsdienstige beroerten der 16de eeuw. [Verzameld] door Paul Frédéricq. Gent: Vuylsteke; ’s-Gravenhage: Nijhoff, 1894.
Nederlandsche historie dichten sedert 1527. Verzameld door P.H. Muller. Amsterdam: Bigot & Van Rossum, [1940].
V in versvorm: de bezetting en het verzet in verzen. Op de voet gevolgd door Anthonie Donker. Met een voorwoord van Lisette Lewin en medewerking van E.G. Groeneveld. Amsterdam: Sijthoff, 1988.
Die dag in mei vergeet ik niet: de mooiste Nederlandse bevrijdingspoëzie. Gekozen door Hans Warren in samenwerking met Mario Molegraaf. Amsterdam: Ooievaar Pockethouse, 1995.
De bokken en de schapen: gezongen geschiedenis van de twintigste eeuw. Samengesteld door Patrick van den Hanenberg en Hilde Scholten. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2001.
Wat wonders, wat nieuws!: de zeventiende eeuw in pamfletten. Samenstelling: Marijke Meijer Dress en Els Stronks. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2002.
Het historische gedicht: de favoriete gedichten over de geschiedenis van Nederland en Vlaanderen. Met een inleiding van Rob Schouten. Amsterdam: Podium, 2004.

Literatuur (selectie)

S.A.E. van Puffelen: 'Het historielied als dichtsoort', in: Wetenschappelijke tijdingen, 25 (1966), p. 32-38.
Piet Visser: '2 december 1567: De liedjesventer Cornelis Pietersz. wordt te Harlingen gearresteerd: geuzenliederen', in: Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Hoofdredactie M.A. Schenkeveld-van der Dussen. Groningen: Nijhoff, 1993, p. 164-171.
Louis Peter Grijp: 'Van Geuzenlied tot Gedenck-clack: eerste deel: Het geuzenliedboek in de Gouden Eeuw', in: De zeventiende eeuw, 10 (1994), p. 118-132.
E.K. Grootes: 'Liedjes over de Tachtigjarige Oorlog in andere bundels dan het Geuzenliedboek', in: De zeventiende eeuw, 13 (1997), p. 173-181.

Zie ook Dichter op het scherm

sweet20dreams2020angeldelight.gif

fetchhanden.jpg