|
Kindje
Kindje,waar ben je nu,
Oh kindje su, oh kindje su,
Ik zoek je, ik wil je helpen,
Om de weg weer op te gaan,
Ik zoek je ,ik wil je helpen,
Maar je bent te ver van me vandaan,
Ik zie je,kom bij me en geef me je hand,
Ik loop dan naast je door het grote mensenland,
Wees niet bang mijn Bellefleur,
Wij lopen samen naar buiten door die deur,
Hand in Hand ,
Lopen wij door het grote mensenland.
|
 |
Een gedicht over een vuistort
baby,
Denk ook aan deze kindjes.
Voor nu,
ik weet het, veel te laat
was ik je vader maar geweest, het was niet gebeurd,
ik had je opgevangen,vast en zeker,
Toen je moeder je losliet,je verschrikkelijk losliet,
Hoe hartverscheurend je probeerde, een dochtertje,
vermocht je niet worden ,
er huilt een moeder nu, dat moet,
ergens moet een moeder huilen,
nou,ja iemand dan,
Die net bevallen is,
en daarna vergat moeder te worden,
Verder liet ze je los,
en jij viel eindeloos lief klein meisje,
eindeloos alleen, helemaal tot hier,
en wist niet eens wat vallen was,
kom ik hou je nog wel even vast,
straks als ik mijn eigen dochter omhels,
in gedachten past er nog wel iemand bij,
die daar haar hele leven op heeft moeten wachten,
JIJ.
|
